Terug naar site

Gynaecologische Tumoren: Het oplossend vermogen van scans wordt steeds beter

Interview met Dr. Ingrid Boere en Prof. dr. Marian Mourits

25 augustus 2022

Een primeur: het is de eerste keer dat de Waddenworkshop Gynaecologische tumoren wordt georganiseerd. Het programma is veelbelovend: van beeldvorming, pathologie, therapeutische vaccinaties, inzet van PARP-remmers, immunotherapie tot patiëntcounseling, het komt allemaal aan de orde. Marian Mourits en Ingrid Boere zijn druk bezig met alle voorbereidingen. ‘We hopen op veel interactie en boeiende discussies die ons vakgebied verder brengen.’ 

Beeldvorming

‘Neem de beeldvorming’, zegt Mourits. ‘Het oplossend vermogen van scans wordt steeds beter. De beeldvorming is aanzienlijk uitgebreider dan vroeger waardoor je ook dingen op het spoor komt die je voorheen niet kon zien. Bijvoorbeeld klieren rond het hart.’ ‘Dat zou betekenen dat er sprake is van stadium-IV en HIPEC niet meer gegeven kan worden’, vult Boere aan. ‘De vraag is: hoe groot mag zo’n klier zijn, wanneer is het echt stadium-IV? Wat levert alle nieuwe diagnostiek op en wat is dan wijsheid in onze dagelijkse praktijk? Het is heel zinvol om het hier met elkaar over te hebben.’ 

Tubacarcinoom 
Een vergelijkbaar discussiepunt vormen de ontwikkelingen rond het tubacarcinoom. Mourits: ‘We zien met enige regelmaat een voorstadium van eileiderkanker in preventief verwijderde eileiders. Moeten we dat zien als een voorstadium, of als een vroeg stadium? We weten dat bij een deel van de vrouwen op een later moment ook kanker in de buik kan optreden. Wat moeten we dan met de uitslag? Moeten we vrouwen met het voorstadium al behandelen als kankerpatiënten, is daar evidence voor, of wat zouden we kunnen doen om kanker te voorkomen op een later moment en wat zijn de laatste wetenschappelijke inzichten?’ 

Buikvlieskanker

Mourits noemt de studie naar vrouwen met een BRCA1/2 pathogene variant die een preventieve salpingo-oöphorectomie (RRSO) ondergaan om hun risico op eierstokkanker te verlagen.[1] Ondanks deze operatie ontwikkelt een minderheid buikvlieskanker ofwel peritoneale carcinomatose (PC). Recent is in de grootste meta-analyse tot nu toe het risico op PC bij vrouwen met en zonder een Sereus Tubair Intraepitheliaal Carcinoom (STIC) bij RRSO onderzocht. In totaal gaat dit om gegevens van 3121 vrouwen van wie 115 met STIC. Vrouwen met een BRCA1/2 pathogene variant en STIC blijken een sterk verhoogd risico te hebben om vele jaren later PC te ontwikkelen. 

PARP-remmers

Een ander belangrijk thema zijn de ontwikkelingen rond PARP-remmers bij ovariumcarcinoom. Boere: ‘PARP-remmers worden al langer ingezet bij recidief en sinds enkel jaren ook primair, bij vrouwen met de BRCA-mutatie. Vrouwen met ovariumcarcinoom bij een BRCA-mutatie zijn het meest gevoelig voor PARP-remmers, maar ook zonder die mutatie kunnen PARP-remmers effectief zijn. Die worden gegeven bij stadium III tot IV bij teruggekeerde ziekte en in specifieke gevallen in aansluiting op de eerste behandeling. Discussiepunt is de inzet van PARP-remmers bij vrouwen met primaire ziekte zonder BRCA-mutatie. Start je daar direct mee, of pas bij recidief? Hoe groot is de gezondheidswinst en hoe kosteneffectief is het? Wat doet deze behandeling op de overleving? Dit zal een goede discussie opleveren!’ 

Update richtlijn

Wat betreft ovariumcarcinoom zal ook de nieuwe richtlijn besproken worden. In 2015 is de eerste richtlijn erfelijk en familiair ovariumcarcinoom in Nederland gepubliceerd. Als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en inzichten is deze richtlijn geüpdatet wat betreft het verhoogde risico op epitheliaal ovariumcarcinoom. Wat betekenen de veranderingen in de dagelijkse praktijk? Hoe organiseren we met elkaar dat in geval van eierstokkanker de diagnostiek naar een erfelijke aanleg voor alle vrouwen beschikbaar is en wordt uitgevoerd? 

Immunotherapie

Net als bij de overige Waddenworkshops zal ook hier immunotherapie niet ontbreken. Mourits: ‘Immunotherapie levert een enorme verbetering op, maar heeft nog niet in alle behandelingen een plek. Bij melanoom en longkanker is het bewezen zinvol, bij de gynaecologie moet dat nog aangetoond worden.’ Boere vult aan: ‘Als ik kijk naar de toekomst denk en hoop ik dat immunotherapie van meerwaarde zal zijn bij vrouwen met cervixcarcinoom. Dit betreft vaak jonge vrouwen en doordat de tumoren zich in het kleine bekken bevinden, zijn ze heel moeilijk te verwijderen. Ik hoop van harte dat we recidief kunnen voorkomen met immunotherapie. Studies hiermee lopen nog, maar als je kijkt naar immunotherapie bij cervixcarcinoom bij gemetastaseerde ziekte en de positieve fase-3 studies, dan zijn de verwachtingen hoog gespannen.’ 

HPV-vaccinatie 
Overige belangrijke studies zullen ook aan bod komen zoals die naar HPV-vaccinatie en immunotherapie bij cervixcarcinoom en therapeutische vaccinatie tegen cervixcarcinoom om recidief te voorkomen. Al eerder liet een studie uit Leiden zien dat de respons van een therapeutisch HPV-16 vaccin bij patiënten met baarmoederhalskanker versterkt kan worden in combinatie met chemotherapie. 

Patiëntcounseling

Mourits: ‘Voor patiënten zijn het ingewikkelde onderwerpen; het is niet eenvoudig de ziektebeelden en mogelijke behandelingen aan hen uit te leggen, zodat zij een goede keuze kunnen maken. Daarom is er ook aandacht voor het counselen van patiënten die laaggeletterd zijn en lage gezondheidsvaardigheden hebben. Margreet Aussems heeft hier veel onderzoek naar gedaan en zal hierover een workshop verzorgen.’ 

Kracht van de workshop

Boere: ‘Gynaecologische oncologie is heel multidisciplinair: radiotherapeuten, pathologen, klinisch genetici, gynaecologen, internist-oncologen en radiologen… ze hebben allemaal een rol in de behandeling. De kracht van de Waddenworkshop is dat collega’s vanuit de vele disciplines met elkaar in gesprek gaan, samen zoeken naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe netwerken om het vak verder te brengen en patiënten nog beter te kunnen helpen.’ 

Prof. dr. Marian Mourits is gynaecoloog-oncoloog in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Naast de behandeling van patiënten doet zij wetenschappelijk onderzoek naar erfelijke aanleg voor gynaecologische tumoren. 

Ingrid Boere werkt sinds 2010 als internist-oncoloog in het Erasmus MC. Hierbij is zij betrokken bij de behandeling van patiënten met diverse vormen van kanker, zoals eierstokkanker, borstkanker, kanker in de zwangerschap en van slokdarm/maag. 

[1] Steenbeek M., et al. Risk of Peritoneal Carcinomatosis After Risk-Reducing Salpingo-Oophorectomy: A Systematic Review and Individual Patient Data Meta-Analysis. Journal of Clinical Oncology. February 9, 2022 and published at ascopubs.org/journal/jco on March 18,2022: DOI. org/10.1200/JCO.21.02016