Mogelijke nieuwe combinatietherapie, de HIF-remmer belzutifan waar steeds meer ervaring mee wordt opgedaan en nieuwe adjuvante behandelingen. Het zijn veelbelovende ontwikkelingen in de behandeling van nierkanker. Volgens John Haanen en Astrid van der Veldt belooft de Wadden Workshop Niercelcarcinoom dan ook heel interessant te worden dit najaar. Haanen: ‘Binnenkort worden de resultaten van belangrijke studies gepresenteerd. Zijn die positief, dan zal het ‘nierkankerlandschap’ zeker veranderen.’
Adjuvante behandeling
De studieresultaten zullen bekend worden gemaakt tijdens het ESMO-congres. Tot die tijd kunnen nog geen harde uitspraken worden gedaan, maar de ontwikkelingen zijn veelbelovend denken beiden. Zoals adjuvante behandeling met pembrolizumab. Haanen: ‘Mocht daar vergoeding voor komen, dan zou dit het eerste middel zijn dat je een jaar lang geeft na nefrectomie, om recidief te voorkomen. De studie laat tot nu toe positieve resultaten zien op recidief vrije overleving.’
Wel zijn er vragen. Verbetert de overall survival (OS) wanneer pembrolizumab gegeven wordt in een vroeg stadium? Hoe zit het met de kosteneffectiviteit? Er moeten veel patiënten behandeld worden om één recidief te voorkomen wat de behandeling duur maakt. En wat doet het met de kwaliteit van leven en de bijwerkingen? Een bijwerking die langdurig kan blijven bestaan is een aandoening aan de schildklier of bijnierschorsinsufficiëntie. Allemaal interessante punten die we tijdens het symposium met elkaar zullen bespreken.’
Triple therapy
Haanen noemt ook triple therapy als mogelijk veelbelovende behandeling die recent onderzocht is in de COSMIC-313 studie. In deze fase 3-studie is toevoeging van cabozantinib aan nivolumab en ipilimumab vergeleken met behandeling met nivolumab en ipilimumab. Het primaire doel van deze studie is het effect van cabozantinib op de duur van progressievrije overleving. Een secundaire doelstelling is het evalueren van het effect van triple therapy op de duur van OS. ‘Heel interessant. Hierbij komen vragen op als: is de behandeling met drie middelen niet te toxisch en wat als het niet het gewenste effect heeft? Zijn er dan nog alternatieve behandelmogelijkheden?’
HIF-remmer
Naast deze ontwikkelingen zijn er ook nieuwe targets. Van der Veldt zegt hierover: ‘We doen steeds meer ervaring op met de HIF-remmer belzutifan, een middel waarvoor in sommige landen al goedkeuring is verleend en waarmee ook in Nederland in studies steeds meer ervaring wordt opgedaan. Belangrijk bij dit middel zijn de bijwerkingen die heel anders zijn. Zo ontwikkelen veel mensen een anemie. Daardoor moeten we als oncoloog EPO gaan geven, iets waar we relatief weinig ervaring mee hebben. Ontzettend goed om tijdens de Waddenworkshop onze ervaringen hierover uit te wisselen.’
Landelijke regie
Van der Veldt noemt het bijzonder dat er tijdens de workshop zoveel interessante casuïstiek wordt besproken. ‘De sfeer is echt samen, in alle openheid, zoeken naar oplossingen voor soms heel lastige casussen. Dat is enorm belangrijk. Hier ontstaan verbindingen, leren we van elkaar, wisselen we uit hoe verschillende regio’s de behandelingen vormgeven en hoe de MDO’s zijn ingericht. Elke regio heeft het anders geregeld en het is heel interessant om op een interactieve manier van elkaar te leren. Juist bij nierkanker is de behoefte groot om kennis en ervaringen met elkaar te delen, omdat de ziekte zo grillig kan zijn.’
Concentratie van zorg
Haanen: ‘Nierkanker is heel heterogeen, tussen patiënten en zelfs binnen patiënten. Daarom is de behandeling zo moeilijk. Sommige delen van de tumoren reageren wel op de behandeling, andere delen niet. Hierbij speelt ook dat nierkanker vaak heel laat ontdekt wordt en de tumoren dan al groot en zeer heterogeen zijn. Meer regie en concentratie van zorg zouden de behandelingen verder kunnen verbeteren. Het vergevorderde niercelcarcinoom is een relatief zeldzame aandoening, met zo’n 700 patiënten per jaar. Wil je maximaal gebruik maken van de kennis die er is, de patiënt de beste therapie geven, dan heb je kenniscentra nodig.’
Gepersonaliseerde behandeling
Om meer maatwerk te kunnen leveren, werkt de groep van Haanen hard aan onderzoek naar biomarkers. ‘Die zouden enorm helpen om te bepalen welke behandeling voor welke patiënt geschikt is. We zijn helaas nog niet goed in staat te selecteren wie wat moet krijgen en willen juist zo graag gepersonaliseerd behandelen. Dat is voor nierkanker moeilijker dan voor andere vormen van kanker. De BRAF-mutatie bijvoorbeeld is een fantastische biomarker voor melanoom. Voor nierkanker is er niets vergelijkbaars. Er zijn gewoonweg nog geen biomarkers voor wie angiogeneseremmers moet hebben en wie immuuntherapie. Ik hoop dat we dankzij biomarkers meer gepersonaliseerd kunnen behandelen en zo bij meer patiënten recidief en uitzaaiingen kunnen voorkomen.’
Over 5 jaar? Van der Veldt hoopt dat patiënten tegen die tijd langer kunnen blijven leven met betere kwaliteit van leven dankzij nieuwe therapieën. ‘Ook hoop ik dat we door de Wadden Workshop en andere bijeenkomsten verder kunnen bouwen aan onze samenwerking waardoor de zorg meer gestandaardiseerd wordt en we de zorg voor individuele patiënten met nierkanker kunnen blijven optimaliseren.’
John Haanen werkt sinds 2001 als internist-oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL). Hij is gespecialiseerd in de behandeling van patiënten met uitgezaaid melanoom en niercelkanker. Ook is Haanen leider van het onderzoeksthema immuuntherapie in het AVL en houdt hij zich bezig met onderzoek, met name op het gebied van het versterken van de eigen afweer tegen kanker.
Astrid van der Veldt werkt sinds 2017 als internist-oncoloog bij de afdeling Interne Oncologie van het Erasmus MC met als aandachtsgebieden immuuntherapie, melanoom, urotheelcel- en niercelcarcinoom. Daarnaast heeft zij een aanstelling bij de afdeling Radiologie & Nucleaire Geneeskunde.