Voor triple negatief mammacarcinoom gaat neoadjuvante immuuntherapie de standaardbehandeling worden. Het Antoni van Leeuwenhoek (AvL) heeft hier in studieverband al ervaring mee. Toevoeging van immuuntherapie in deze setting vraagt om alertheid van zowel de internist als de chirurg wegens het risico op acute en soms ernstige toxiciteit. Hoe bereid je je als centrum zo goed mogelijk voor op de nieuwe behandeling?
Standaardbehandeling
Van alle borstkankerpatiënten heeft zo’n 15 procent triple negatieve borstkanker (TNBC). Recente studies zoals KEYNOTE-522[1] en de BELLINI-studie[2] tonen goede resultaten met neoadjuvante immuuntherapie voor deze subgroep. Vanwege het risico op toxiciteit zal de nieuwe standaardbehandeling een belangrijk onderwerp zijn tijdens de komende multidisciplinaire Wadden Workshop - Mammacarcinoom. Marloes van Dongen en Marleen Kok, beiden internist-oncoloog in het AvL, willen graag hun ervaringen met immunotherapie in neoadjuvante setting bij borstkanker delen zodat ook andere centra voldoende voorbereid zijn op deze nieuwe behandeling.
Alertheid bijwerkingen
“Doordat het immuunsysteem van patiënten vaak nog actief is bij vroeg stadium borstkanker, zien we dat de bijwerkingen van immuuntherapie vaak eerder en ook heviger kunnen optreden dan bij immuuntherapie behandeling voor gemetastaseerde ziekte”, legt Marloes uit. “Het is dan ook belangrijk om bij neoadjuvante immuuntherapie vlak voor de operatie uitgebreid (endocrien) bloedonderzoek te doen, onder andere vanwege het risico op bijnierinsufficiëntie en hypothyreodie. Dit is nu niet gebruikelijk en zou dus een aanpassing zijn in het preoperatieve chirurgische protocol. Het gehele
behandelteam van oncologen, chirurgen, en verpleegkundig specialisten moet zich er tevens goed van bewust zijn dat de toxiciteit van immuuntherapie nog lang kan doorwerken. Dus ook na de operatie moet er bij klachten van patiënten alertheid zijn voor immuun gerelateerde bijwerkingen.”
Actuele ontwikkelingen
“De ontwikkelingen rond mammacarcinoom gaan heel snel”, zegt Carolien Smorenburg, internist-oncoloog in het AvL. “De borstkankerzorg is in Nederland goed, maar we moeten ons best doen om alles bij te houden. Ik kan me voorstellen dat dat met de toegenomen drukte op het werk nog lastiger is. Daarom is deze workshop naast leuk, ook heel nuttig. Hier kun je in een laagdrempelige setting actuele ontwikkelingen bespreken en ervaringen uitwisselen. Zo zullen we ook met elkaar de duur van de behandeling met immuuntherapie bespreken. De-escalatie is een actueel thema. Adjuvante trials
hebben vaak een behandelduur van minstens een jaar, maar mogelijk volstaat een kortere behandelduur. Dit met het oog op de toxiciteit van de medicatie en de kosten.” “Het zijn doorgaans dure therapieën”, vult Marloes aan. “Als behandelaars moeten wij ook verantwoordelijkheid nemen om de zorg betaalbaar te houden. Bovendien is een kortere behandelduur veel patiëntvriendelijker.”
“De-escalatie van locoregionale behandeling is al langer eenthema binnen de mammachirurgische wereld”, aldus Marie Jeanne Vrancken Peeters, oncologisch chirurg in het AVL. “Ook hier wordt tijdens de workshop weer veel aandacht aan besteed.”
Revisie richtlijn
In 2022 is een nieuwe modulaire herzieningsronde van de richtlijn Mammacarcinoom van start gegaan. Carolien: “We zullen tijdens de Wadden Workshop bespreken welke veranderingen er doorgevoerd gaan worden. De plaats van immuuntherapie zowel preoperatief als bij gemetastaseerde borstkanker zal worden besproken, evenals de indicaties voor nieuwe middelen tegen HER2-positieve tumoren die op de markt zijn gekomen. Ook het follow-up schema na borstkanker zal veranderen. Meer dan genoeg dus om met elkaar over in gesprek te gaan!’
[1] Schmid P, CortesJ, Pusztai L, et al. Pembrolizumabfor Early Triple-Negative Breast Cancer. N Engl J Med 2020; 382:810-821. DOI: 10.1056/NEJMoa1910549
[2] Bron: ESMO 2022, LBA13 - Nivolumab andipilimumab in early-stage triple negative breast cancer (TNBC) with tumor-infiltrating
lymphocytes (TILs): First results from the BELLINI trial